Gebruik cookies op deze website
Deze website gebruikt cookies om het effect van advertenties te meten en om statistieken te maken waarmee de gebruikservaring kan worden verbeterd.
Locatie | Culemborg, Bibliotheek Culemborg |
Categorie | Ontwikkelen, ontmoeten en ontspannen |
Prijzen |
|
Download | Toevoegen aan agenda |
In 1604 moedigt de Haarlemse schilder en kunsttheoreticus Karel van Mander in zijn bekende Schilder-boeck jonge kunstenaars aan om de stad uit te gaan en het landschap te observeren. Schilders moeten volgens hem tekeningen maken, om deze vervolgens in het eigen atelier uit te werken tot schilderijen.
Dit advies wordt door vele jonge landschapskunstenaars gedurende de zeventiende eeuw opgevolgd. Op zoek naar geschikte, schilderachtige motieven trekken zij vanuit diverse plaatsen het land door, op zoek naar geschikte vergezichten, rivierlandschappen en bossen.
De zeventiende-eeuwse tekeningen van het Twentse landschap tonen hoe reeds in deze periode kunstenaars soms en plein air, soms op groot formaat, de wereld om hen heen als onderwerp kozen en het glooiende, bosrijke landschap vereeuwigden in kunstwerken. Daarnaast toont de tentoonstelling hoe het Twentse landschap, lang na het bezoek, de kunstenaar blijft inspireren in zowel de teken- als de schilderkunst.